Turkije – Sneeuwschoenwandelen in Cappadocië en het Taurusgebergte

DAG 1

Aankomst in Kayseri

Vlucht naar Kayseri en transfer naar het indrukwekkende Aladaglar nationaal park. Hier vind je de hoogste bergen van het Taurusgebergte, een ongeveer 1500 kilometer lange bergketen in het zuiden van Turkije. We logeren in een klein familiepension in Cukurbag, aan de voet van het majestueuze gebergte en vlakbij de ingang van het park.

Transfer : ca. 145 km; 2.5 uur rijden.

DAG 2

Emli vallei en Siyirmalik vallei (Eznevit pleteau)

We rijden naar de Emli vallei in een van de mooiste delen van het Aladaglar nationaal park.  Op sneeuwschoenen klimmen we, door een indrukwekkend naaldbos, geleidelijk aan naar de vallei van Siyirmalik.  Op het einde van deze vallei hebben we een fantastisch zicht op de berg Parmakkaya (Finger Rock) en over de witte toppen van de Siyirmalik bergketen.  Als de weersomstandigheden het toelaten klimmen we nog wat hoger en keren we via het Eznevit Plateau (2.540m) door een dik pak sneeuw terug naar het guesthouse in Cukurbag.

Wandeling naar het einde van de Siyirmalik vallei en terug : ca. 11 km; 5 à 6 uur; 300 m stijgen; 300 m dalen.

Wandeling via Eznevit plateau naar Cukurbag : ca. 14 km; 6 à 7 uur; 700 m stijgen; 900 m dalen.

DAG 3

Arpalik plateau en Cimbar canyon

Vanuit het dorpje Demirkazik klimmen we vandaag naar het plateau van Arpalik. Op het plateau hebben we een mooi zicht op de top van de Demirkazik, 3756 meter hoog. Op sneeuwschoenen gaat het verder naar de ingang van de Cimbar canyon. We dalen af in de kloof en worden geflankeerd door spectaculaire hoge rotswanden. De kloof is in de zomer erg populair bij wandelaars en klimmers maar nu is het er muisstil. Op het einde van de kloof bereiken we terug Demirkazik, waar onze minibus ons al staat op te wachten. Onderweg stoppen we nog even bij een traditioneel Turks Teahouse. We warmen ons op met de typische ‘çay’ (thee, geschonken in tulpvormige glaasjes) en proeven verschillende Turkse zoetigheden.

Wandeling : ca. 9 km; 5 à 6 uur; 500 m stijgen; 500 m dalen.

DAG 4

Pinarbasi en Maden kloof

Over besneeuwde paden en wegen, vroeger gebruikt door mijnwerkers, wandelen we van Pinarbasi naar de toegang tot de Madenkloof. De kloof en de omringende bergen zijn in de winter een geliefd terrein bij steenbokken. Langs kleine kreken en een oude rivierbedding dalen we af in de ravijn. Na een indrukwekkend tocht op sneeuwschoenen staan we na 6 uur stappen terug bij onze minibus in Pinarbasi.

Wandeling : ca. 9 km; 5 à 6 uur; 530 m stijgen; 530 m dalen.

DAG 5

Alaca plateau (2.400m)

We wandelen, langs machtige ceder- en jeneverbomen, via de Mangirci kloof en de Emli vallei naar het Alaca plateau. In de zomer bezoeken herders en duizenden dieren het plateau maar nu is alles bedekt met een dik pak sneeuw en hebben we de vlakte voor ons alleen. We lunchen vlakbij een bergbronnetje en genieten van de weidse uitzichten over het zuidelijke deel van het Aladaglar gebergte. In de namiddag dalen we af naar Oluksekisi, een verlaten nomaden kamp, en naar de Emli vallei. Hier wacht onze minibus ons op.
‘s Avonds bereidt onze Turkse kok een laatste voortreffelijke avondmaaltijd in ons vertrouwde guesthouse. Morgen rijden we naar Cappadocië.

Wandeling : ca. 6 à 7 uur; 530 m stijgen; 650 m dalen.

DAG 6

Ondergrondse stad Derinkuyu – Uchisar – Witte vallei

Op weg naar het feeërieke Cappadocië houden we halt voor een bezoek aan de ondergrondse stad Derinkuyu. De prehistorische Cappadociërs vestigden hun steden niet alleen boven de grond maar hakten ze ook ondergronds uit het zachte tufsteen uit. Derinkuyu is één van de grootste ondergrondse steden van de regio. Men vermoedt dat er ongeveer 20.000 mensen hebben samengeleefd. Het is een labyrint van gangen en ruimtes op verschillende niveaus. Tot nu toe zijn acht verdiepingen tot een diepte van 60 meter ontsloten. Een gids leidt ons door het goed verlichte gangenstelsel tot een kerk op de op één na laagste verdieping.

Rond de middag komen we aan in Uchisar, bekend om zijn burchtberg. Via de uitgehakte gewelven en een trap aan de buitenkant van de burcht, klimmen we naar de top. Boven is het uitzicht over de stad en de omliggende besneeuwde dalen en bergen grandioos.

Na een typisch Turkse lunch rijden we door naar de toegangspoort van de Witte vallei. We volgen de rivierbedding, langs wijngaarden en gigantische ‘rotsfallussen’. Na een goede 2 uur stappen slaan we de smalle Zemi vallei in. Hier vinden we veel populieren en fruitbomen tussen de spectaculair geërodeerde rotspartijen en de uit tufsteen gehakte duiventillen en woningen. Op het einde van de vallei ligt het El Nazar kerkje uit de 10e eeuw. Het kerkje werd uitgehouwen uit 1 immense rotsblok en heeft enkele goed bewaarde fresco ‘s. Na de wandeling rijden we verder naar Göreme, waar we de komende 2 nachten zullen verblijven.

Transfer : ca. 125 km; 2 uur rijden.

Wandeling : ca. 11 km; 4 uur; 280 m stijgen; 270 m dalen.

Diegenen die interesse hebben, kunnen in de regio van Cappadocië (dag 6 en 7) een ballonvaart (tijdens zonsopgang) boeken. De tocht zelf duurt ongeveer 1u. Onze begeleider regelt samen met de lokale gids de inschrijving hiervoor ter plaatse. Kostprijs in 2023: 140 euro. Ook een bezoek aan een lokale hamam is in de regio van Cappadocië (dag 6 en 7) mogelijk. Kostprijs in 2023: 50 euro voor 1,5-2u.

DAG 7

Rode vallei – Monnikendal – Cavusin – Openluchtmuseum Zelve

Vandaag verkennen we te voet enkele van de mooiste valleien van Cappadocië. We vertrekken door de Meskendir vallei, langs geërodeerde rotspartijen waar weer en wind wonderlijke sporen hebben achtergelaten. Vervolgens wandelen we verder door de Roze en Rode Vallei, gekenmerkt door haar bijzondere kleurenpalet, variaties aan rotsformaties, rotswoningen en verborgen kerkjes. De idyllische inhammen van het dal worden omlijst door glooiende tufsteenvormen en hoog oprijzende rotskegels. Uiteindelijk komen we aan bij Çavusin met vele, in het zachte vulkanische tufsteen uitgehakte, grotwoningen en de ‘Grote Duiventilkerk’.

In de namiddag wandelen we door het Monnikendal (Pasabaglari) naar Zelve. Het pad slingert tussen feeënschoorstenen met hoeden van tufsteen en rotspieken die er uitzien als reusachtige paddenstoelen. In Zelve brengen we een bezoek aan het klooster en het openluchtmuseum. Het dal van Zelve splitst zich vlak na de ingang van het museum in 3 delen die, deels door menselijke arbeid, met elkaar verbonden zijn. Indrukwekkend zijn de woonrotsen in het eerste dal. De kerken van Zelve zijn versierd met in de rots uitgehouwen reliëfbeelden en eenvoudige tekeningen. Verder vind je er ook een in de rots uitgehouwen moskee. De vallei was bewoond tot 1952 – sinds 1967 is het een museum. In de late namiddag brengt onze minibus ons terug naar Göreme.

Wandeling : ca.13 km; 6 uur; 140 m stijgen; 200 m dalen.

DAG 8

Terugvlucht naar Brussel

Als de vluchturen het toelaten slenteren we nog even door het gezellige Göreme. Het toeristische dorpje wordt tussen april en November overspoeld door horden toeristen maar in de winter is het er erg rustig.

Transfer : ca. 80 km; 1 uur rijden.