Ben je op zoek naar het échte Zuidoost-Azië, ver weg van de drukte en het toeristische decor? Dan is Laos een land dat je zélf moet voelen. Voor mij was deze groepsreis veel meer dan zomaar een vakantie – het was een reis terug in de tijd, langs de oevers van de Mekong, gevuld met rust, oprechte ontmoetingen en stille verwondering. Geen massa’s toeristen, geen haast — alleen het land, de mensen en het moment.
Bangkok: Drukke start, stille ontdekking
We begonnen de reis in Thailand, Bangkok, een stad die bruist en prikkelt. Het mooiste moment vond ik daar niet in een tempel of op een markt, maar… op de de fiets. Samen met een lokale gids slingerden we door steegjes waar het echte Thaise leven zich afspeelt: kinderen die buiten speelden, geuren van streetfood en verse noedels, mensen die glimlachten bij het zien van onze groep. Het was de perfecte eerste kennismaking met de regio en verrassend rustig – zelfs in een metropool.
Laos: op het ritme van de rivier Mekong
Zodra we de grens overstaken, voelde ik het: Laos is anders. Via een comfortabele nachttrein bereikten we de grens van Laos en reden we naar de hoofdstad Vientiane, waar we voor het eerst kennismaakten met het land. In Vang Vieng gaf ik me over aan tubing: dobberend op een band over de rivier, langs kleine barretjes en met reizigers van overal ter wereld. Het voelde als zomer op z’n best – spontaan, vrolijk, en speels!
De nieuwe hogesnelheidstrein bracht ons razendsnel naar het hart van het land, LuangPrabang, langs de Mekong. Deze rivier is de levensader van Laos, en onderweg zag ik hoe het dagelijkse leven zich er volledig op afstemt — vissers in houten bootjes, vrouwen die de was doen aan de oevers, kinderen die lachend het water in springen. We stopten aan een rijstplantage, waar we van lokale boeren leerden hoe rijst traditioneel verbouwd wordt. Met onze knieën in de modder werden we vergezeld door Susan, de imposante waterbuffel die het land ploegde. We mochten er ook lokale lekkernijen proeven zoals kleefrijst met traditionele dipsaus en rijstcrackers en maakten kennis met de vrouwen die rijstmanden weven.
Nog meer van deze local living beleefden we tijdens een 2-daagse waar we via junglepaden en dorpjes door de bergen rond Luang Prabang trokken, met overnachting in een lokale homestay en eindigend met een verfrissende stop aan de Tad Sae-watervallen.
Laos ontdekken: het ongerepte Noorden
In Nong Khiaw stapten we op een smalle boot die ons naar dorpen zonder wegen bracht. Daar beleefde ik momenten die blijven hangen: de geur van houtvuur in de ochtend, de lach van een vrouw die me fruit aanbood, kinderen die nieuwsgierig mijn camera wilden zien. Het voelde alsof ik even deel mocht uitmaken van een wereld die nog zo puur is – onaangeraakt en eerlijk.
Later in Luang Namtha, vlak bij de Chinese grens, trokken we twee dagen te voet door dichte jungle en bergdorpjes. We sliepen eenvoudig, maar met een uitzicht dat geen enkel hotel kan bieden. Geen bereik, geen wifi – alleen natuur, stilte en een groep mensen die even alles achter zich liet.
Samen reizen: gedeelde herinneringen die blijven
Wat deze reis nog onvergetelijker maakte, was het reizen in groep. Je komt als onbekenden bij elkaar, maar groeit al snel naar elkaar toe. Samen lachen om dat ene gekke restaurant, elkaar helpen tijdens een pittige klim, of zwijgend genieten van een zonsopgang aan de Mekong – het zijn precies die gedeelde momenten die de groepsreis verdiepten. Het mooie is: iedereen beleeft de reis op z’n eigen manier, maar onderweg ontstaat er toch een soort vanzelfsprekende verbondenheid. En vaak vertrek je niet alleen met herinneringen, maar ook met nieuwe vriendschappen.
Laos moet je voelen, niet afvinken
Laos is geen land van “must-sees” of Instagramspots. Het is een bestemming waar je bent, een ervaring die je voelt. Waar de geur van lemongrass op de markt, het ritme van tempelklokken en de glimlach van een monnik meer indruk maken dan welk uitzicht ook. Hier leeft men met aandacht, in het moment. En als je dat durft over te nemen, verandert er iets. Je voelt het in je lijf. In je tempo. In hoe je kijkt.
Ik ging naar Laos met nieuwsgierigheid, maar kwam terug met iets wat moeilijk te omschrijven is. Geen spectaculaire highlights, maar stille herinneringen die me niet meer loslaten. Laos heeft me geraakt. Geen betere manier om het zelf ook te beleven!
De meeste mensen denken bij Kaapverdië aan uitgestrekte stranden en all-inclusive resorts op Sal. Maar wie echt de ziel van de eilandengroep wil ontdekken, moet verder kijken. Mijn groepsreis naar Kaapverdië bracht me naar de twee minder bezochte eilanden Sao Vicente en Santo Antao. Hier draait het leven nog om de pure natuur, de gemeenschap en de eenvoud. Samen met Lina, onze ervaren reisleidster, en haar zorgvuldig uitgestippelde route beleefden wij een onvergetelijk groepsreis.
We vertrokken met een heel gevarieerde groep. Niemand kende elkaar, dus het was even spannend, vooral omdat we vroeg in de ochtend moesten vertrekken. Maar eenmaal met onze eerste Caipirinha in de hand (de Kaapverdische variant weliswaar! Met hun eigen Grogue rum) op het strand van Sao Vicente, was het ijs meteen gebroken. De sfeer was top en de groep was fantastisch – ook tijdens het wandelen was het gezellig en gingen we perfect met elkaar om. Echt een geweldige ervaring.
Een reis ver weg van het massatoerisme
Onder leiding van Lina, een Nederlandse vrouw die al jaren op Kaapverdië woont, ontdekten we een andere kant van de eilandengroep. Geen drukke stranden vol toeristen, maar ruige berglandschappen, kleine vissersdorpjes en gastvrije locals. Lina kent de eilanden als haar broekzak en werkt samen met de lokale bevolking om duurzaam toerisme te bevorderen. Dit betekende dat we verbleven in kleinschalige accommodaties, aten bij lokale families en reisden met gidsen en chauffeurs die de eilanden door en door kennen.
Groene valleien, ruige kustlijnen en vulkanische bergtoppen
Elke dag was er weer een nieuw landschap om te verkennen. Van groene valleien tot ruige kustlijnen en vulkanische bergtoppen: Kaapverdië heeft het allemaal! De wandelpaden zijn goed aangelegd en voeren je langs dorpjes waar de tijd lijkt stil te staan. Sommige routes waren lange, maar vlakke afstanden, terwijl andere dagen korte, maar pittige klimmetjes kenden met spectaculaire uitzichten als beloning. Wat een adembenemende natuurpracht met zoveel groen!
Morabeza en authentieke ontmoetingen
Wat deze reis echt bijzonder maakte, waren de warme ontmoetingen met de lokale bevolking. Morabeza is een Kaapverdiaans woord dat geen Nederlandse vertaling heeft. Het staat voor de typische gastvrijheid, openheid en vriendelijkheid van de Kaapverdianen en dit maakt deel uit van hun ware cultuur. We werden hartelijk ontvangen in eenvoudige, maar goed uitgeruste accommodaties en aten vaak bij de familie van onze chauffeur of gids. Er was geen menukaart, maar een tafel vol huisgemaakte gerechten waaronder ook de typische Cachupa, bereid met verse, lokale producten. Tijdens het eten deelden we bijzondere verhalen, werd er gelachen en kregen we een kijkje in het dagelijks leven van de Kaapverdianen.
Een reis die bijblijft
Kaapverdië heeft mijn hart gestolen. Niet alleen door de overweldigende natuur, maar vooral door de warmte van de mensen. Dit is geen reis voor wie op zoek is naar luxe, maar wel voor wie openstaat voor avontuur, authenticiteit en een diepe connectie met het land en zijn inwoners. Wil je Kaapverdië echt leren kennen? Laat Sal dan links liggen en ontdek de eilanden waar het pure leven nog heerst.
En terwijl je de schoonheid van het eiland in je opneemt, luister dan zeker naar de melancholische klanken van Cesária Évora, de koningin van de Morna. Een reis vol nostalgie en emoties, of net de perfecte soundtrack om je voor te bereiden op je eigen Kaapverdië-avontuur. Wie weet 🙂
Je vertrekt op reis met een open geest en een hoop verwachtingen. Je wilt plekken ontdekken, mensen leren kennen en avonturen beleven. En soms, heel soms, keer je terug met zo veel meer dan enkele goede herinneringen. Dat zijn de reizen die bijblijven. Ervaringen die aan je lijf blijven plakken en je horizon verruimen. Onze groepsreis naar het onbekende Kirgizië is hier een goed voorbeeld van. Wat begon als een objectief reisverslag, veranderde al snel in een lofzang aan dit land en zijn inwoners.
Welkom in Bishkek
Het eerste dat opvalt wanneer je toekomt op Kirgizische bodem? De gastvrijheid! Terwijl we in de luchthaven van Bishkek wachten op onze shuttle naar het hotel, worden we omringd door liefde. Volledige gezinnen staan in de vroege uurtjes te wachten op een familielid met een bosje bloemen in de aanslag. Ondanks de wallen onder de ogen klaar om de geliefde nonkel, zus, neefjes of oma rond de hals te vliegen.
Deze warmte en gastvrijheid is ook meteen voelbaar wanneer we met een stevige jetlag toekomen in onze guesthouse. De gastvrouw en -heer en onze lokale gids, Nurzat, leggen ons in de watten en verschaffen ons de nodige info voor de komende twee weken. ’s Avonds worden we getrakteerd op een kleurrijk buffet vol lokale specialiteiten.
Kirgizië was in 1991 de eerste republiek die onafhankelijk werd na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. Toch is de invloed ervan nog steeds heel erg voelbaar. Bishkek is een jonge stad in Sovjet-stijl. Denk: brede lanen, mooi aangelegde parken en statige gebouwen. Geen architecturale hoogstandjes, wel enorm boeiend om oog in oog te staan met een recent stukje wereldgeschiedenis.
Maar de voornaamste reden dat we helemaal naar Kirgizië vlogen, is de ongerepte natuur waarmee het land gezegend is. En hier mogen we meteen al op de tweede dag van proeven. Op zo’n 40 km van de hoofdstad ligt het Ala-Archa Nationaal Park. We trekken onze stapschoenen aan, testen al een eerste keer die nieuwe wandelstokken en hup, de berg op! We overbruggen meteen een dikke 600 meter hoogte, met als letterlijk hoogtepunt een waterval. Hier staan we echter niet te lang stil, want de donder en bliksem die inmiddels zijn losgebarsten, jagen ons in sneltempo bergafwaarts. Desalniettemin een prachtige wandeling, zo dicht bij de bewoonde wereld en al zo’n adembenemende landschappen. Dat belooft.
De eerste joert
Tijd om de hoofdstad achter ons te laten en te beginnen aan onze roadtrip rondom het Issyk-Kul meer. Gelegen op een hoogte van 1607 m en met een lengte van 182 km is Issyk-Kul het tweede grootste bergmeer te wereld. Met de besneeuwde toppen van het nabijgelegen Tian Shan gebergte is dit een indrukwekkend staaltje natuur, vooral geliefd als vakantieoord door Kirgizische gezinnen.
Onze chauffeur Altambek, die ons de hele reis zal vergezellen, maakt onderweg een tussenstop aan de Konorchek kloof. Wanneer we langs de kant van de autoweg aan deze wandeling beginnen, hebben we geen idee welke surrealistische maanlandschappen zich voor onze ogen zullen ontvouwen. Al klimmend en klauterend bereiken we het hoogtepunt van onze tocht: een weids uitzicht over de grillige rode rotsformaties.
Na dit wonderbaarlijke intermezzo vervolgen we onze weg. Uiteindelijk bereiken we het eerste joertenkamp van onze reis. En wat voor een. Gelegen te midden van uitgestrekte grasweides met op de achtergrond het glinsterende water van het Issyk-Kul meer is het Sayakat-kamp meteen een schot in de roos. Hoewel we ons verwachtten aan primitieve omstandigheden, worden we verrast door het comfort waarmee de tenten voorzien waren. Een ‘normaal’ toilet, elektriciteit en zelfs een douche! Ook hier worden we overspoeld door gastvrijheid. Samen met de gastfamilie genieten we van een uitgebreide maaltijd in de gezellige joert en leren heel wat bij over het nomadenleven. We sluiten de dag proostend (sommigen proestend) af met een glaasje wodka.
Drie dagen op de steppe
’s Ochtends vroeg rollen we onze joert uit, helemaal uitgerust om op 3-daagse te vertrekken! We vullen onze rugzak met alles wat we de eerste wandeldag nodig hebben. Al de rest van de bagage, inclusief kampeermateriaal en eten, verdwijnt in draagtassen op de rug van enkele forse paarden. Samen met hun doorwinterde ruiters zullen zij ons de komende dagen de weg wijzen door uitgestrekte steppeweides langs grazende paarden, koeien en schapen. Indrukwekkend hoe deze mensen zo’n uitgestrekt gebied, zonder paden, wegwijzers of andere opvallende herkenningspunten, als hun broekzak kennen. Hoe zij zich thuis voelen te midden van deze grenzeloosheid.
Onze tocht leidt ons bergopwaarts en bergafwaarts. Soms zijn de langgerekte heuvelruggen zo eindeloos dat we uren stappen over een afstand die bedrieglijk kort oogde. Sommige stukken worden afgesneden door een kronkelende rivier en trotseren we noodgedwongen op de rug van de paarden. Regelmatig komen we karkassen tegen in het hoge gras. Dan beseffen we eens te meer dat we écht in de wildernis zitten.
Onderweg houden we af en toe halt voor de nodige drink-, foto- of pipi-pauze (niet evident, een afgeschermd plekje vinden te midden van zo’n weidse landschappen). ’s Middags wordt het bloemrijke tafelkleed uitgespreid op de grond en krijgen we een deugddoende lunch geserveerd. Ongelooflijk wat voor godenmaal onze gidsen steeds opnieuw uit hun paardentassen toveren: ronde broden met allerlei soorten beleg, tomaat en komkommer (werkelijk bij élke maaltijd), een vers bereide stoofpot van groenten, kruidige noedelgerechten … En om af te sluiten steeds kilo’s en kilo’s koekjes, noten en snoepjes geserveerd op kleurrijke bordjes.
Na een pittige wandeltocht zetten we ’s avonds kamp op in the middle of nowhere, op een pittoresk plekje dichtbij de rivier. Na een geïmproviseerde afwas en een competitief spelletje UNO kruipen we onze tent in. Want ja hoor, het koelt snel af. Gelukkig zijn we (of toch de meesten) voorbereid dankzij onze donzen slaapzakken en thermische matjes. Moeten we ’s nachts toch even de warmte van ons nest verlaten voor een onvermijdelijk plasje, worden we steevast beloond met de helderste sterrenhemel die we ooit zagen. De kers op de taart van deze onvergetelijke trektocht.
Traditionele volkscultuur
Na drie dagen primitief te hebben gekampeerd, voelt het volgende verblijf als een geschenk uit de hemel. Dit joertenkamp aan de oevers van het Issyk-Kul meer is een klein paradijsje: idyllische zithoekjes, zalige buitendouches, gezellige joerts met comfortabele bedden … Een plonsje in het meer doet de inspanning van de voorbije dagen zo vergeten!
Na een deugddoende nachtrust staat er een unieke belevenis op de planning. Vandaag snuiven we de volkscultuur op op het Jaichy Agro-Fest. Een cultureel festival gewijd aan de vele Kirgizische ambachten en tradities. Zo zien we hoe wol verwerkt wordt van schaap tot kledingstuk, luisteren naar optredens van volksmuzikanten, lopen mee in een modeshow in traditionele kledij, leren we hoe we koeien en geiten melken en storten ons vol overgave in enkele volkspelen. We wagen ons ook aan een glaasje gefermenteerde paardenmelk – maar laat ons zeggen dat het bij dat ene glaasje zal blijven.
Een pittige klim naar hogere sferen
We zetten onze roadtrip rondom het meer verder, richting de oostelijk gelegen stad Karakol. Ook deze keer maken we enkele indrukwekkende tussenstops. Skazka wordt ook wel de Fairytale canyon genoemd, en het is meteen duidelijk waarom. Wind en regen kneedden de oranjerode rotsformaties tot een sprookjesachtig landschap. Na een korte wandeling rijden we verder tot aan Jeti Oguz, beter bekend als de Seven Bulls canyon. Onze gids Nurzat vertelt ons waar deze rotsformatie zijn naam aan te danken heeft. Prachtig om te zien hoe legende en natuur feilloos in elkaar vloeien.
Eenmaal aangekomen in Karakol brengen we een vluchtig bezoek aan een kerk en een moskee. Nadien doen we de nodige inkopen op een lokaal marktje om ons voor te bereiden op de komende wandeldagen. Want ja hoor, het (letterlijke) hoogtepunt van de reis moet nog komen! Na een nacht in Karakol is het tijd om dieper het hooggebergte in te trekken. Onze chauffeur rijdt zo ver mogelijk het dal in. Van zodra de weg te ruig wordt, zetten we de tocht verder op eigen kracht. Af en toe worden we voorbijgestoken door een aftandse 4X4 die bij ieder obstakel zijn passagiers door elkaar schudt. We volgen de rivier helemaal tot in Altyn-Arashan, een feeërieke vallei die zo vanop een toeristische postkaart lijkt te komen. Hier zullen we de komende twee nachten in een basic berghut verblijven.
En dan is het zover: de pittigste hike van de reis. ’s Ochtends zijn we al vroeg uit de veren, want er staat ons een lange dag te wachten. We moeten in totaal zo’n 1400 meter stijgen (en nadien ook afdalen) helemaal tot aan het Ala-Köl meer op 3900 m hoogte. Een stevige tocht dus, waarbij de omgeving zienderogen transformeert van groene grasweides en bosrijk gebied tot ruige rotsachtige landschappen. De allerlaatste hoogtemeters gaan zelfs door de sneeuw. Op dit laatste stukje wordt gretig gevloekt en gezworen nooit, maar dan ook nooit meer een berg te beklimmen. Eenmaal aangekomen op het hoogste punt verdwijnen deze futiele frustraties echter als sneeuw voor de zon. Wanneer het azuurblauwe meer zich voor onze ogen uitspreidt, is alle inspanning en bijhorende spierpijn vergeten. En we weten het weer. We weten waarom we hieraan begonnen zijn, waarom we reizen, waarom we leven.
Een rode draad van liefde
Een laatste wandeling brengt ons terug naar de bewoonde wereld. We verblijven nog een nachtje in onze guesthouse in Karakol, waarna we onze roadtrip hervatten langs de noordzijde van het meer tot aan het kuststadje Tamchy. De laatste dagen genieten we volop van de rust die het serene Issyk-Kul meer omringt. Een boottochtje, een strandbezoek en een uitgebreide aperitief zijn een welkome beloning na de inspanning van de voorbije dagen. De allerlaatste dag brengen we ten slotte door in de hoofdstad Bishkek. We kopen nog enkele souvenirs in de levendige bazaar, en dan is het alweer tijd om onze rugzak te pakken.
’s Nachts vliegen we terug naar huis. Met een hoofd vol herinneringen en een hart vol liefde. Want de warmte die we voelden bij aankomst in de luchthaven van Bishkek liep als een rode draad doorheen heel onze reis. De grootste troef van dit mooie land is dan ook haar bevolking, zonder twijfel.
Reisspecialist Iris kent Mexico als haar broekzak. Zij reisde 10 jaar geleden voor het eerst naar Latijns-Amerika en verloor er haar hart op Mexicaanse bodem. Dankzij al haar achtergrondkennis stippelde zij voor Bunkhouse de gloednieuwe rondreis Verborgen tempels in de jungle uit. Een reis boordevol unieke ontmoetingen en ervaringen. Iris neemt je mee naar een stuk ongerept Mexico, waar ruwe natuur, eeuwenoude tradities en lokale cultuur floreren.
Wanneer reisde jij voor het eerst naar Mexico?
Iris: “In 2014 begeleidde ik een reis naar Costa Rica. Ik zette de groep af aan de luchthaven, maar keerde zelf niet mee naar huis. Ik trok op mijn eentje verder noordwaarts via Nicaragua, Honduras, El Salvador en Guatemala – helemaal tot in Mexico. Het was liefde op het eerste gezicht! Daarom bleef ik enkele weken hangen in mijn geliefde San Cristobal en reisde vervolgens door naar Oaxaca, Puebla, Veracruz en Mexico City. Na dit avontuur keerde ik verschillende keren terug en begeleidde er groepsreizen. Zo verkende ik ook het noorden van het land en leerde minder bekende plekken kennen. Hoe meer ik naar Mexico reisde, hoe meer ik wou terugkomen, een ware verslaving!”
Wat spreekt jou persoonlijk zo aan aan Mexico?
Iris: “Voor mij draait Mexico om de mensen! De Mexicanen zijn enorm gastvrij en vriendelijk, ze doen je direct thuis voelen en zijn oprecht in je geïnteresseerd. Ze staan altijd klaar om te helpen en hebben enorm veel geduld. Bovendien is Mexico enorm divers qua natuur, cultuur, geschiedenis. Het biedt voor ieder wat wils en is immens groot.
En het eten natuurlijk! De streetfood cultuur, de culinaire hoogstandjes in Oaxaca en Puebla, de markten waar dag en nacht eten te krijgen is, de verse groenten en fruit …”
Wat maakt de groepsreis ‘Verborgen tempels in de jungle’ zo uniek?
Iris: “Mexico draait niet alleen om cactussen, tequila en Mariachi’s. Er zijn ook immense watervallen, jungle en verschillende inheemse bevolkingsgroepen. Dat is precies wat ik wil aantonen met deze reis. Ik neem de deelnemers mee naar een stukje Mexico waar niet zomaar iedereen komt. Zo gaan we naar plekken in de jungle die niet bereikbaar zijn met het openbaar vervoer. De tempels in deze jungle zijn zodanig afgelegen dat er een mystiek sfeertje hangt, er zitten ook veel brulapen wat de ervaring nog specialer maakt. Daarnaast bezoeken we ook de ruïnes van Yaxchilán en Bonampak, natuurreservaat Las Guacamayas, de watervallen van Las Nubes en de helderblauwe Lagunas de Montebello. Stuk voor stuk verborgen parels in dit prachtige land – vandaar ook de naam van deze groepsreis.”
Ligt de focus van de reis op natuur of cultuur?
Iris: “Beiden zijn evenredig aanwezig, de geschiedenis van de Maya’s is te vinden in de tempels en die liggen verscholen in het groen. Die verwevenheid van natuur en cultuur is net wat Mexico zo uniek maakt. Op een actieve manier kan je alle facetten van het land ontdekken. Zo gaan we onder andere tempels beklimmen, zwemmen en snorkelen in cenotes, fietsen in Mayadorpen, varen met een bootje tussen de mangroves … Na een actieve dag rusten we dan uit in koloniale hotelletjes of cabañas (houten hutjes) midden in de natuur.”
Iris’ passie voor Mexico werkt aanstekelijk! Ze neemt je met veel enthousiasme mee naar een onbekend stukje Mexico, naar leuke adresjes, in nauw contact met de locals. Ook zin gekregen in deze unieke rondreis? Schrijf je dan in of contacteer onze reisspecialisten voor meer info!
Deelneemster Elena ging in februari 2024 mee op groepsreis naar Kaapverdië. Een reis waar ze ongelooflijk hard van genoten heeft. Ze goot haar avontuur in een mooie blogpost. Lees hier Elena’s ervaring!
“Na een lange reis vanuit Brussel, waren we daar eindelijk, São Vicente, Kaapverdië. En de toon werd meteen gezet: no stress allowed. Op dit eiland heerst er enkel rust, good vibes en is alles ‘tranquilo’. Een goede start dus, om vervolgens onze rugzakken op het dak van een busje te hijsen en de weg op te gaan richting centrum Mindelo, de hoofdstad van het eiland São Vicente.
Kaapverdië behoort tot Afrika, maar kent ook vele westerse invloeden, een prachtige mix die het land uniek maakt. En dat merkte ik al meteen. Het kleurrijke Mindelo wist met haar charmante karakter al snel een positieve indruk te maken. Enerzijds heb je er de prachtige kustlijn, anderzijds kun je gezellig door de binnenstad slenteren en genieten van marktjes, kunst en cultuur. Deze stad is ook the place to be als je carnaval wil vieren. We hadden het geluk dat we daar al iets van konden meepikken, lange stoeten, prachtige kostuums en vooral héél veel blijdschap.
Na het ontdekken van Mindelo maakten we de oversteek richting Santo Antão, werkelijk het paradijs op aarde, zeker voor wandelaars en natuurliefhebbers. Het eiland heeft een divers karakter en vooral ongerepte natuur, die zo verwondert. We maakten er verschillende wandelingen, zo daalden we af in de prachtige Paul vallei, een tropische wandeling die een ongelooflijke indruk op me achterliet. Idyllisch is zeker en vast een understatement.
Op Santo Antão vind je heel wat suikerrietplantages, waarvan de lokale bevolking grogue maakt, een soort rum. We bezochten een stokerij en deden er verschillende degustaties, van minder straf naar euh héél straf. Die suikerrietplantages zorgen voor prachtige uitzichten in de valleien. Nelson, onze gids, liet ons ook proeven van het suikerriet, en de smaak stelde niet teleur. Met wat verse suikers konden we zo weer de berg op!
Naast de groene uitzichten, weet Santo Antão je ook te bekoren met prachtige roestkleurige rotsen en bergen. Daarnaast kan je er uitwaaien in Ponta Del Sol, een pittoresk stadje aan de kustlijn, waar je kan genieten van een prachtige zonsondergang. De woeste golven geven je de indruk op een andere planeet te zijn. Kaapverdië ontbreekt echt geen karakter. Dat zie je ook aan de wondermooiebevolking, die met een vrije geest door het leven danst. En met een perfect gevoel voor ritme, doen ze dat als de beste.
Op Santo Antão puften we nog even uit aan het zwembad, met in de ene hand een boek en in de andere een frisse caipirinha. Want voor we het wisten, namen we opnieuw de ferry naar São Vicente, om daar met een hoogtepunt af te sluiten: snorkelen tussen zeeschildpadden. Op een klein bootje dobberden we op de helblauwe zee, om daarna het water in te duiken. Rondom ons zwommen er zeker tien schildpadden, die gelukkig geen hap van onze tenen hebben genomen.
Deze reis naar Kaapverdië was er eentje om niet snel, of beter gezegd nooit te vergeten. Het woordje ‘Sodade’, dat staat voor gemis en liefde naar je vaderland, heeft dus niet zomaar zijn weg in de Creoolse taal gevonden… Cabo Verde, je was een wondermooi avontuur, obrigada.”
Collega Ruben ging in november 2023 mee op groepsreis naar Costa Rica, een land dat bekend staat om haar grote diversiteit aan unieke fauna en weelderige flora. Maar waar mag je je nu eigenlijk aan verwachten wanneer je voet zet in de zogenaamde ‘tuin van Midden-Amerika’?
Ruben: “Ik stond versteld van het aantal verschillende dieren die we zagen op deze 18-daagse rondreis. Luiaards, toekans, neusberen, miereneters, papegaaien … Wat vooral leuk was, was dat we deze beesten konden spotten tijdens allerlei activiteiten, zonder dat we hier per se naar op zoek waren. Zo passerden we bijvoorbeeld een krokodil tijdens een kajaktocht op de Peñas Blancas rivier, kwamen op een nachtelijke wandeling in Drake Bay slangen tegen en zagen felrode kikkers tijdens onze 2-daagse rafting op de Pacuare rivier. Vanop de zipline in Monteverde zag je zelfs enkele apen van boom naar boom slingeren.”
Wat vond je het bijzonderste dier?
Ruben: “Grappig om te zien waren de luiaards die heel langzaam van tak naar tak klommen. Maar de tapir blijft mij ongetwijfeld het meest bij. Tapirs zijn zeldzame planteneters die je enkel kan spotten in Zuidoost-Azië en Midden-Amerika. Ze zien er loom uit, maar kunnen heel snel lopen. Omdat het geen groepsdieren zijn, zie je ze meestal apart, maar wij hadden het geluk een mama met haar zoon te vinden. Dat maakte de ervaring nog unieker! Ik schrok vooral van de grootte van de dieren, en ook hun gekke slurf is memorabel.”
De quetzal is een mythische vogel die een belangrijke plaats inneemt in de culturen van de Azteken en de Maya’s, maar het is niet altijd evident om deze kleurrijke vogels te spotten. Zijn jullie ze tegengekomen?
Ruben: “We zagen enkele quetzals in het Talamanca gebergte, een authentieke bestemming die nog niet door het massatoerisme is ontdekt. De uitzichten zijn er fenomenaal, wat het des te bijzonder maakt om deze kleurrijke vogel te spotten. Enkele deelnemers gingen met een lokale gids heel vroeg op pad, op zoek naar quetzals. Dat vroeg opstaan loonde, want zij zagen er 5!”
Kwam je dicht bij de dieren? Was dat soms niet gevaarlijk?
Ruben: “Krokodillen zagen we steeds vanop een boot of een brug, dus op veilige afstand. Bij slangen zijn we best wel dichtbij geweest in Corcovado Nationaal Park en Cahuita Nationaal Park. De gids vertelde dat deze heel giftig zijn, maar gelukkig waren ze steeds aan het slapen. Echt gevaarlijk is het dus nooit geworden, al weet je in Costa Rica natuurlijk nooit. Voor hetzelfde geld lag er een panter, jaguar of poema op enkele meters van ons zonder dat we het wisten.”
Naast fauna is Costa Rica ook gezegend met opmerkelijke flora. Wat vond je van het weelderige plantenrijk?
Ruben: “Wat vooral bijzonder is, is dat de reis door heel diverse ecosystemen gaat – van vulkanische landschappen, naar dicht nevelwoud tot exotische zandstranden. De tocht naar El Arenal vond ik het indrukwekkendst. Je wandelt eerst door de jungle, in de schaduw van eeuwenoude Kapokbomen. Deze bomen zijn zo reusachtig dat je je plots heel klein voelt wanneer je ernaast staat. Ten slotte eindigt de wandeling aan de voet van reusachtige Arenal vulkaan, waar je vervolgens kan ontspannen in enkele zalige warmwaterbronnen. De combinatie van deze natuurwonderen is magisch!”
Wat onthoud je van Costa Rica?
Ruben: “Dat de natuur er heel uniek en onaangetast is. Dat is allemaal te danken aan de bevolking die heel beschermend omgaat met de omgeving en de natuur haar werk laat doen, zonder al te veel menselijke inmenging. Voor mij is Costa Rica één groot nationaal park (op de grootsteden San José en Cartago na) – je vindt er het ene natuurfenomeen na het andere.”
Collega Delphine beklom in 2023 de top van de Gran Paradiso en trok naar het Annapurna Base Camp zonder berg- en trekkingservaring. Ze vertelt over de onvergetelijke belevenissen ver boven de boomgrens, maar ook over de twijfels en angsten die hieraan voorafgingen.
Tekst en foto’s | Delphine Vanoverbeke
Thuis is waar de zee is
Ik ben een watermens. Geboren en getogen aan de kust. Golfsurfen werd mij met de paplepel ingegeven. Tot een half jaar geleden gingen mijn reizen daarom steeds naar tropisch warme wateren op zoek naar de beste golven. Maar wat verder dan 10 km van de kustlijn verwijderd is, heb ik nooit veel aandacht gegeven.
Zo waren de bergen voor mij volledig onbekend terrein. Wat zijn de gevaren? Wat te doen als er iets gebeurt? Hoe alleen ben je in de bergen? Wat met het weer? Welk materiaal en kleding moet je voorzien? In mijn ogen was dat deel van de wereld weggelegd voor diegenen die met wandelschoenen aan geboren zijn, voor diegenen die met kompas en stafkaart in de hand op pad vertrekken, voor de échte avonturiers. En daar rekende ik mezelf niet bij.
Dankzij mijn job in de reissector word ik echter dagelijks omringd door mensen die net als ik gepassioneerd reizen. Hun verhalen zijn een van mijn inspiratiebronnen en hun ervaringen zorgden ervoor dat wat ik eerder als onmogelijk beschouwde, plots binnen handbereik lag.
Toen mijn collega Niels mij vertelde over zijn trekking naar het Annapurna Base Camp in Nepal begon het dan ook te kriebelen. Het idee omringd te worden door enkele van de hoogste toppen ter wereld deed mij dromen. Tijdens onze lunch- en koffiepauzes overviel ik hem met vragen. “Gewoon uit interesse”, zei ik hem, maar ik wist toen al dat ik daar op diezelfde plek tussen de besneeuwde bergtoppen van de Himalaya wilde staan.
Hop, de stairmaster op
De beslissing om eind oktober mee te gaan op groepsreis naar het Annapurna Base Camp was dan ook snel gemaakt. Maar eenmaal de plannen concreet werden, kwamen de twijfels. Kan ik dat fysiek wel aan? Is mijn conditie goed genoeg? Een fitnessabonnement was bijgevolg de volgende stap. De loopband en de stairmaster werden mijn beste vrienden. “Ik kan maar beter goed voorbereid zijn zodat ik niet hijgend als een hond achter de rest aan moet hollen”, dacht ik.
Maar in de bergen is het niet alleen je fysieke conditie die je parten kan spelen, ook de hoogtemeters kunnen roet in het eten gooien. Het ABC ligt op 4130 m hoogte. Ik ben nog nooit zo dicht bij de hemel, en vooral zo ver van de wereld beneden geweest. Hoe zit dat met hoogteziekte? Blijkbaar kunnen symptomen al vanaf 3500 m verschijnen.
De Alpen als oefenterrein
Tegen hoogteziekte kan je je helaas moeilijk wapenen. Wel wou ik voorafgaand aan de ABC-trekking diezelfde hoogte opzoeken om te weten hoe ik hierop reageer. Daarom besloot ik mee te gaan op de groepsreis naar Italië. Een 5-daagse huttentocht met eigen trekrugzak en de optionele beklimming van de Gran Paradiso (4061 m) stonden op het programma.
Na de vertrekvergadering voor de reis bleken er nog deelnemers te zijn die voor de eerste keer een dergelijke reis ondernamen. Dat stelde me gerust. Ofwel maakten we met z’n allen een verkeerde keuze, ofwel zijn we allemaal een levenservaring rijker. Eén ding stond vast: ik was niet alleen. Hoewel ik nog steeds met wat twijfels zat, wist ik dat ik kon rekenen op de expertise en de ervaring van de reisleider.
Aan mijn conditie was ik ondertussen al aan het werken, maar wat met materiaal? Voor de Gran Paradiso-reis is het de bedoeling dat we onze eigen trekrugzak dragen. Hoe minder die weegt, hoe beter dus. Ik begon al te zweten wanneer de reisleider over crampons (stijgijzers), cordé (een groepje wandelaars dat verbonden is met een touw) en piolets (ijsbijlen) begon. Nu in het Nederlands graag. Gelukkig werden deze technische materialen door de organisatie ter plaatse verzorgd. Ik vulde mijn trekrugzak dus enkel met de uiterst prioritaire zaken. Na wat wikken en wegen (en dat mag je letterlijk nemen) was mijn zak klaar.
De top van de Gran Paradiso
Tijdens de 5-daagse trekking wandelden we door dalen en over bergkammen. We genoten van impressionante uitzichten over de Italiaanse Alpen. Een onvoorziene dikke laag sneeuw zorgde voor een extra uitdaging, maakte het spektakel ook enkel maar mooier. Dankzij onze begeleider bereikten we steeds veilig de volgende hut.
De beklimming van de Gran Paradiso was optioneel, maar ik had voor mezelf al uitgemaakt dat ik mee zou gaan. De avond tevoren gaven onze gidsen ter plaatse een spoedcursus over het materiaal. De gedachte dat ze mij, een overduidelijk groentje, die top gingen laten opgaan, gaf me een gerust gevoel.
Enkele uren voor zonsopkomst ging de wekker. Na een stevig ontbijt gingen we in het pikkedonker op pad. Aan de voet van de gletsjer lukte het verrassend goed onze stijgijzers aan te doen. We werden per 3 à 4 aan een touw geklikt met een gids voorop en zigzagden tussen de gletsjerspleten naar boven. Ondertussen was de zon van de partij. We moedigden elkaar aan en vorderden op gestaag tempo terwijl de hoogtemeters toenamen. En toen, na wat klim- en klauterwerk op het laatste stuk, bereikten we het iconische Mariabeeldje op 4061 meter hoogte! Rondom ons een adembenemend uitzicht. De temperatuur zat ver onder nul, maar de adrenaline hield me warm.
Ik draaide 360° om me heen en nam alles in me op tot onze gids me uit mijn gedachten trok. We moesten onze afdaling starten om niet onderkoeld te geraken en om plaats te maken voor de volgende klimmers. Oh ja, we moeten ook weer naar beneden. Daar had ik even niet over nagedacht. De afdaling verliep met volle focus, maar af en toe nam de euforie het over. Ik heb de top bereikt! Iets lijkt onmogelijk tot het moment dat je het gedaan hebt, toch?
Op naar Nepal
Zes weken later zat ik op het vliegtuig richting Nepal met als doel het Annapurna Base Camp te bereiken. Onder begeleiding van twee lokale gidsen en een drager gingen we op pad. De eerste dag leidde de weg ons onmiddellijk steil naar boven via honderden trappen. Een voorbode van wat er nog ging komen.
We trokken zes dagen lang door het Himalayagebergte, staken de langste hangbruggen over die ik ooit had gezien en ontmoetten de vriendelijkste mensen. Ik kwam ogen te kort. Achter elk hoekje, flank of heuvelrug kwam er wel weer een fantastisch uitzicht piepen dat mij iedere keer opnieuw van mijn sokken blies.
Wanneer we na een dag wandelen onze overnachtingsplaats bereikten, werden we steeds verwelkomd met een lekker warme tas thee en een welgemeende ‘namasté’. Hoe hoger we geraakten, hoe lager de temperaturen. Zodra de zon achter de bergen verdwijnt, koelt het heel snel af. Hét moment waarop je thuis een dikke pyjama aantrekt en je oprolt in de zetel. Alleen was er geen zachte zetel of haard en zag mijn thermisch ondergoed er allesbehalve gezellig uit. We speelden spelletjes, lazen een boek of sloegen een praatje met andere reizigers. Iedereen was er met hetzelfde doel: het Base Camp bereiken. Dat zorgde voor een bijzondere sfeer onder het gezelschap.
Na zes dagen bereikten we het Macchapucchre Base Camp. Het was lichtjes aan het sneeuwen toen we er toekwamen en het was voelbaar kouder dan voorheen. Eten gebeurde er in de gemeenschappelijke eetzaal met handschoenen, muts en jas aan. Die nacht kon ik de slaap niet vatten omdat mijn donzen slaapzak de koude temperaturen niet de baas kon.
Hoogtepunt in de Himalaya
Enkele uren voor zonsopkomst ging de wekker af en vertrokken we gewapend met onze warmste kledij naar het Annapurna Base Camp. De hemel was volledig open en we zagen miljoenen sterren. Ik wist dat enkele van de hoogste bergtoppen van de wereld mij omringden, maar ze hielden zich nog even verscholen in het donker. En dan plots stond ik daar, samen met mijn gids, op 4130 meter hoogte aan de voet van de Annapurna die stilaan zichtbaar werd door het licht van de opkomende zon. Er was nog geen ziel wakker in het kamp en de trekkers die vanuit MBC kwamen zaten nog een flink stuk achter. De stilte was oorverdovend en het uitzicht oogverblindend. Het is me gelukt. Ik ben er. De euforie was opnieuw groot.
Na een fantastisch schouwspel van zonlicht, schaduw en bergen en vooraleer de koude ons volledig te pakken kreeg, daalden we terug af naar het MBC voor een welverdiend ontbijt. De volgende drie dagen daalden we af naar de bewoonde wereld en keerden we met de lokale bus terug naar Kathmandu. Het avontuur zat erop.
Een beetje rijker
Ik beklom de top van de Gran Paradiso en trok naar het Annapurna Base Camp zonder berg- en trekkingservaring. Goede informatie, een degelijke voorbereiding en de juiste begeleiding maakten wat voor mij onmogelijk leek mogelijk.
Ik ben ontzettend dankbaar dat ik beide avonturen heb kunnen ervaren. Ik voel mij opnieuw een beetje rijker. En nu, tijd om mijn volgende trektocht te plannen.
Reisleidster Roselien begeleidde vorig jaar de groepsreis Marokko – Poort naar de Sahara. Een avontuur dat blijft nazinderen. Nu telt ze af naar de volgende editie eind december. Op het programma staan onder andere een 3-daagse woestijntrekking, een bezoek aan het bruisende Marrakesh en wandelingen over indrukwekkende bergpassen. Roselien neemt je alvast mee doorheen de hoogtepunten van deze prachtige reis.
In een notendop:
De Sahara trekking was absoluut het hoogtepunt! 3 volle dagen stappen in the middle of nowhere bracht ons naar een compleet ander landschap.
Teatime! “Maar eerst thee”, werd er ons soms gezegd. In Marokko betekende dat simpelweg even neerzitten en ontspannen, een heerlijke traditie die na onze lange trektocht zeer welkom was.
De betoverende zonsondergangen elke avond, supermooi om te zien en altijd een heel gezellig moment met de groep.
Een persoonlijke kennismaking met de lokale cultuur
De beste manier om een cultuur te leren kennen is via de bevolking. Gedurende de reis word je vergezeld door een lokale gids én een kok tijdens de 3-daagse Saharatrekking. Zij zorgen voor een persoonlijke beleving van de Marokkaanse tradities en gewoonten.
Roselien: “In het begin van de reis gaven onze gids en kok af en toe wat uitleg over hun leven in Marokko. Na een paar dagen begrepen ze echter dat we oprecht geïnteresseerd waren in het land, hun levensstijl en persoonlijke verhalen. Je merkte dat Brahim (lokale gids) zich na een tijdje meer op zijn gemak voelde. Daardoor gaf hij meer inzicht in zichzelf en Marokkaanse tradities en cultuur. Ik vond het heel mooi om te zien hoe hij de groep steeds meer toeliet en wij daarop weer meer vragen durfden stellen. Zo ontstonden er echt toffe gesprekken.”
Herinneringen om te koesteren
Naast de activiteiten op het programma is er ook ruimte voor enkele rustmomenten. Tijd om even te bekomen van de vele indrukken en belevenissen. Maar ook tijd om je medereizigers wat beter te leren kennen!
Roselien: “De gezellige momenten met de groep, vooral voor, na, en tijdens het avondeten, waren bijzonder sfeervol. Ik herinner me levendig hoe we na het eten met z’n allen in de tent spelletjes speelden. Iemand had black stories meegebracht, en wat hebben we gelachen!”
Buitengewoon overnachten
Bij Bunkhouse geloven we dat het juiste verblijf je reiservaring nog authentieker kan maken. Daarom gaan we steeds op zoek naar unieke accommodaties waarbij je het land van bestemming en zijn inwoners écht leert kennen. Ook in Marokko verblijven we in enkele pareltjes.
Roselien: “De verscheidenheid aan overnachtingsplaatsen voegde echt iets extra toe aan de reis. We verbleven op zo veel verschillende soorten plekken: gedurende de Saharatocht sliepen we natuurlijk in tentjes, maar ervoor en erna kwam echt alles aan bod: een riad, een hotel, een herberg, een kasbah … Het was geweldig om de verschillende gebouwen en architectuur te kunnen bewonderen.”
Couscous in de woestijn
Dat Marokko een lekkere keuken heeft, is geen geheim. Zo’n vers bereide maaltijd smaakt nóg beter wanneer je omringd wordt door prachtige landschappen en goed gezelschap.
Roselien: “Het eten was voortreffelijk! Lokaal, vers, gezond en ook nog eens superlekker. We hadden een persoonlijke kok mee tijdens de reis en er werd dus zowel ’s middags als ’s avonds een maaltijd voor ons bereid. Onderweg stopten we soms zodat hij inkopen kon doen op een marktje. En dan was het tijd voor een picknick in de woestijn, een picknick tussen de palmbomen, een ontbijtje buiten in de vroege uren, maar we aten ook wel eens binnen hoor! Genieten in een lokaal restaurant of van een heerlijk diner aan onze riad.”
Ook zin gekregen in dit Marokkaanse avontuur? Schrijf je hier in!
Zonder onze enthousiaste reisbegeleiders, geen Bunkhouse! Dankzij hun ervaring en terreinkennis maken ze van elke groepsreis een succes. Ines Goovaerts is een van hen. Bruisend van energie neemt zij de deelnemers met veel plezier op sleeptouw en bezorgt hen keer op keer een zorgeloos avontuur om nooit te vergeten. Lees hier hoe zij dit zelf ervaart!
Stel jezelf even kort voor: wie ben je en wat doe je in het leven?
Ik ben Ines, freelance natuurfotograaf en reisbegeleider. Twee jobs die heel leuk hand in hand gaan! Tien jaar geleden begon ik de wereld rond te reizen en werkte onderweg wat in de toeristische sector. Eens ik genoeg ervaring had opgedaan, voelde ik me gesterkt om als zelfstandige te beginnen.
Hoe lang begeleid je al reizen bij Bunkhouse?
Ik denk dat we elkaar zo’n drie à vier jaar geleden leerden kennen op een vakantiebeurs. Het bleek meteen een match made in heaven: Bunkhouse biedt avontuurlijk, off grid reizen aan, en dat is helemaal mijn ding. Omgekeerd kan ik hen ook een begeleiding aanbieden die volledig bij hun programma past.
Ik begeleidde ondertussen Kroatië – Eilandhoppen in de zon al twee jaar op rij. Dat is echt een super toffe reis met veel avontuur. Zon, oceaan en strand: wat wil een mens nog meer? Daarnaast deed ik ook Montenegro – Multi-avontuur in de Balkan. Ook deze reis is heel avontuurlijk en natuur-gericht. We gaan daar bijvoorbeeld echt de bergen in.
Kajakken in KroatiëCanyoning in MontenegroRafting in Kroatië
Wat vind je dan zo leuk aan reisbegeleiding?
Zelf ben ik een persoon die graag opzoekt, uitdenkt en inplant, terwijl er heel wat mensen zijn die juist even de knop willen uitzetten wanneer ze op vakantie zijn. Voor zo’n mensen is er een reisbureau zoals Bunkhouse en een reisbegeleider die helpen die stap te zetten. Ik vind het zalig de persoon te kunnen zijn die hen op sleeptouw neemt en de schoonheid van de natuur laat zien.
De reizen van Bunkhouse zijn ook enorm goed georganiseerd, wat het een plezier maakt ze te begeleiden. Er wordt steeds heel goed gecommuniceerd, zowel naar reisbegeleider als deelnemers toe. Je voelt dat je in goede handen bent!
Hoe bereid jij je voor op een groepsreis?
Ik hou van structuur! Daarom doe ik voor vertrek heel wat research: ik zit samen met de persoon die de reis geproduceerd heeft, maak een Excel met een uurrooster van alle dagen, check op voorhand hoe de groep er ongeveer zal uitzien …
Soms loopt er natuurlijk iets niet volgens plan. Zoals toen onze ferry in Kroatië was afgelast door een storm en we vast zaten op een eiland. In dat geval is het belangrijk de deelnemers hier zo weinig mogelijk bij te betrekken, zij zijn namelijk op vakantie en moeten zich geen zorgen maken. Ik “stress” eerst wat intern met Bunkhouse om een oplossing te zoeken, nadien kan ik dan ontspannen communiceren naar de groep toe. Als we de reisroute of de planning moeten aanpassen, gebeurt dat trouwens sowieso in samenspraak met de deelnemers: ik hecht heel veel belang aan ieder zijn/haar mening. Het is dan ook niet voor niets een ‘groeps’-reis, hé.
Bjelasica MountainDurmitor NPBiogradska Gora NP
Je hebt al veel gereisd, is er iets dat je voor het eerst deed of ontdekte op Bunkhouse-reis?
Ik ben enorm geschrokken van hoe wild Montenegro wel niet is. Want je weet hoe de Balkan eruitziet – of je denkt dat je dat weet, maar dan word je daar plots omringd door heel wilde landschappen met weinig nederzettingen en inwoners. Zot hoe dichtbij je al zo wild kan gaan!
Nog toekomstige reisplannen?
In januari begeleid ik Thailand – Sporty Spice in het land van de Boeddha. In februari 2023 reisde ik daar vijf weken rond met mijn vriend en de trekrugzak, dus heel veel zin om daar nu naar terug te keren en ook anderen de pracht van Thailand te laten zien! Daarna doe ik de reis Marokko – De poort naar de Sahara. Ook daar kijk ik ontzettend naar uit. Het belooft een prachtige reis te zijn die heel goed ineen zit. Ik ben alvast benieuwd om golden hour in de woestijn mee te maken. Hopelijk kan door onze steun aan de toeristische sector Marokko ook snel weer op de been komen na de natuurramp in september.
Maar eerst ga ik nog even zelf op vakantie naar Australië met een vriendengroepje. Enkele jaren geleden trok ik met een vriendin door Canada. Zij werd onderweg verliefd op een Australiër, en gaat nu trouwen. Ik ga zo veel mogelijk ontspannen! Maar aangezien ik sowieso veel foto’s trek, zijn mijn werk en privé natuurlijk nooit echt gescheiden. (lacht)
Dit is geen reis voor coole kikkers: maak je klaar voor een onderdompeling in het nog rauwe, pure en ongerepte Zuid-Amerika!
Onze reis begint in de wilde jungle van Amboro, waar we ons meteen echte padvinders wanen en waar we de ruwe natuur van het Andesgebergte en het Amazonevuur inademen. We slapen in ecolodges in een nederzetting die 100% ecologisch en self-sustainable is. “Royco” vakantiegevoel met stapschoenen, zo voelt het wel.
Vergeet je niet even te ademenen tussen al je oooh’s en aaah’s door? Het lijkt wel alsof we net met een space shuttle de ruimte in werden geschoten, wanneer we toekomen aan de groteske Salar de Uyuni. Tijdens onze 4-daagse tocht worden we in Ciudad del Encanto stil van hoe de natuur zulke mooie en vreemde architecturale bouwwerken creëert. Met wat geluk zien we gordeldiertjes hun weg banen tussen deze grote “stad” van kolossale zand-en rotsformaties. Beware: je ervaart meteen hoe onze Pacha Mama dit doet: het is er very, very windy.
Weet je nog hoe je je als kind, tijdens voorgelezen bedtime-sprookjes, in je fantasie bewoog door een magische wereld van snoepjesachtige kleuren en roze vogels? Alice in Wonderland-stijl? Hier is het gewoon de realiteit. De gekleurde meren en flamingo’s doen je in Wonderland, of – op zijn minst – in een schilderij van Dalí wanen. Zoals ik al zei, vergeet even niet te ademen.
Wat zei je, therapeut? Fallisch syndroom? Dan zal je je wellicht thuisvoelen op dit merkwaardige eiland van cactussen die hoog boven je uitrijzen te midden van een volledig wit landschap. Een recept voor je dromen.
Even verder hou je best je adem in, of hou je neus zeker toe. We kwamen ze al tegen op onze weg, de uittorende vulkanen, maar nu prikkelen ze al onze zintuigen! De bewegende grond, de geisers van sulfur… we zitten precies te midden van de volgende Back to the Future film.
Tot rust komen doen we vervolgens in het zouthotel, waar zelfs het bed gehouwen is uit zout. Deze grootse buitenaardse zoutvlakte laat z’n sporen achter. Voor altijd in je gedachten.
En alsof dat nog niet genoeg is? Trek die donsjas aan ’s avonds laat! Nergens zijn de sterren én de melkweg zo duidelijk als tijdens deze avondwandeling!
Intussen goed geoefend op ademnood, trekken we in het Condoriri-gebergte rondom La Paz helemaal off the beaten track het hooggebergte in. Deze excursie toetst onze fysieke fitheid terwijl we continu beloond worden met uitzichten waarvan geen ansichtkaart of foto recht doet aan de werkelijke natuurpracht. We leven buiten, we leven hier en nu. De natuur leert het ons wel.
“Hè Hè. Dan gaan we nu even relaxen rondom een meertje.” Nee hoor! We gaan naar de bakermat van de Inca-cultuur op het adembenemende Isla del Sol aan het befaamde Lago Titicaca. Nooit heb je zo’n geweldige zonsondergang gezien of de inheemse cultuur van zo dichtbij meegemaakt. Want, wij nemen je mee naar de beste plekjes, bij rasechte locals. Als we geluk hebben, woedt er een onweer in de bergen rondom en krijgen we een extra film te zien.
Kortom, Bolivia: niet voor bange kikkers. Wél voor mensen die hun stoute schoenen durven aantrekken.